STADSKANAAL - familiebegraafplaats Uniken


Het pad naar de begraafplaats
1.FAMILIEBEGRAAFPLAATS UNIKEN IN STADSKANAAL

Aan de rand van Wildervank, het eind van Stadskanaal, daar ligt Unikenstraat. Wanneer je daar overheen rijdt, zal je bijna de poorten naar de oude begraafplaats over het hoofd zien. De gietijzeren poorten verlenen de toegang tot de begraafplaats. Wel moet je nog een stukje lopen of rijden om daar te komen, want de begraafplaats ligt midden in het veld en is bijna uit het zicht onttrokken door de vele bomen.
Dit begraafplaats is een klein dodenakker wat gesticht is door Jan Uniken, pionier en vervener van het noorden. 

Dit begraafplaats werd destijds aangelegd voor Jan zelf en zijn familie. 
Jan is niet als eerst begraven op de begraafplaats, zoals het vaker wel wordt verteld. 
Twee jaar voor Jans overlijden werd het eerste graf gedolven voor zijn achterneefje Ellerus Hermannus van der Tuuk, die twee dagen na zijn geboorte stierf. Hij werd hier ten rustte gelegd en ligt vlak bij het begin van de begraafplaats begraven. 
De laatste begrafenis op dit serene begraafplaats vond plaats in 1964 en werd daarna gesloten. Het begraafplaats is na 1964 in verval geraakt, maar verloor zijn charme niet. 


Het graf van Ellerus Hermanus van der Tuuk

Door de hoge kwaliteit van de graven en het jarenlange onderhoud, staan de zerken nog fier overeind, ondanks het achterstallige onderhoud. 
Wat opvalt op dit begraafplaats is dat de familie Uniken meeging in de ontwikkeling van de graven. Want ook de urngraven zijn aanwezig op dit begraafplaats
Rondom de begraafplaats waren er groene smeedijzeren hekken, die zijn in de loop der jaren verdwenen, doordat ze hun functie verloren. het bos rondom de begraafplaats is nu de scheiding van land en begraafplaats. Vanwege de cultuurhistorische waarde werd de begraafplaats een rijksmonument. 
 


2. WAAROM EEN EIGEN BEGRAAFPLAATS?

Het was een langere tijd de gewoonte om gelovigen in de kerk te begraven. Naarmate de kerken voller raakten, was het alleen nog maar weggelegd voor de rijken, waaronder Jan Uniken. 
Hij had waarschijnlijk zijn graf in de kerk al uit gedacht, dichtbij de altaar. 
Tijdens de Franse overheersing waren de kerkbegrafenissen verboden, maar toen de Fransen in 1813 verdwenen, werd die regel direct weer afgeschaft. Men mocht weer worden begraven in de kerk. 
Het hygiënische besef groeide echter wel, want begraven in de kerk bleek toch niet zo'n goed idee.
De gezegde; rijke stinkerds? Dat kent iedereen wel.
De begrafenissen in de kerk hebben voor deze 'gezegde' gezorgd. 
De graven in de kerk zakten na loop der tijd, omdat het lichaam verteerde onder de grond. Een geur van ontbinding kwam vrij. 
In 1829 vaardigde koning Willem I opnieuw het verbod op kerkbegrafenissen uit. Het mocht niet langer. 



Die nieuwe wetgeving liet Jan Uniken nadenken over zijn laatste rustplaats. Hij wilde geen graf op de gemeentelijke begraafplaats, dat was niets voor hem. 
Hij wilde daar niet liggen.
Uniken zou Uniken niet zijn als hij daar geen oplossing voor wist te vinden. Op een zekere dag raakte hij geïnspireerd door een droge zandrug bij zijn Unikenborg. Het was een mooie plek, een mooie rustplek. Dit moest het worden. 

Jan liet daar een particuliere begraafplaats aanleggen, voor hem en zijn familie. 
Dit was de plek waar hij begraven wilde worden en zijn naaste familie konden ook een waardige laatste rustplaats krijgen. 
De begraafplaats heeft een bijzondere vorm, want het is een driehoek en sommigen zien er zelfs een hartvorm in.

In 1859 werd Jan Uniken, inmiddels eigenaar van 800 hectare grond, zelf begraven op de familiebegraafplaats. Voor zijn overlijden had hij al vastgesteld dat zijn broer Egbert zijn erfgenaam zou zijn. 
Een eenvoudig grafsteen kreeg Jan Uniken niet, want dat paste niet bij hem wie hij was. Een imposant grafmonument met een natuurstenen vaas werd geplaatst. Een opvallende steen, op het centrale punt van de begraafplaats. Precies zoals hij het in gedachten had.  
Het graf van Jan Uniken.

3. JAN UNIKEN

26 oktober 1783 werd Jan Uniken geboren in Wildervank en is daar dan ook gestorven.
Toen der tijd ook begraven, want later werd dat deel van Wildervank aan Stadskanaal aangetrokken.

Jan Uniken was een zoon van de Wildervankster-collector, landeigenaar en veengebruiker Ellerus Uniken en Catharina de Cock.
Jan's gelijknamige grootvader, de koopman; Jan uniken, had zich vanuit Bellingwedde in Wildervank gevestigd en had daar in 1735 een veenplaats verworven.
Jan's grootvader stond aan de wieg van de aanleg van het Stadskanaal in de tweede helft van de 18e eeuw. Met andere Veeneigenaren overlegde hij met de stad Groningen over de aanleg van een nieuw kanaal, evenwijdig aan de grens met Drenthe, dat de ontginning van Westerwolde mogelijk zou maken. Zo geschiedde: in 1765 begon men met het uitgraven van het Stadskanaal. 

Het aanleggen van dat kanaal duurde bijna een eeuw en de familie Uniken bleef nauw betrokken bij dit proces. Jan's kleinzoon, ook Jan Uniken werd opzichter der stadsvenen. De kleinzoon Jan is de Jan waar wij het over hebben. 
Namens stad Groningen hield de 'jonge' Jan toezicht op het veengebied van Bareveld tot Ter Apel. Daarnaast was hij zelf ook vervener. Hij liet zijn unikenborg bouwen in het toenmalige Wildervank aan het Stadskanaal.Unikenborg was een boerderij met een prachtige tuin, vijvers en een boscomplex.
Inmiddels is Unikenborg verdwenen. 

Jan Uniken ging voor de wind. Hij had de middelen om zich in te zetten voor de ontwikkeling van de veenkoloniën. Hij was betrokken bij de oprichting van de eerste school en de eerste nutsspaarbank in de regio. 
Ook op economisch vlak timmerde hij hard aan de weg. Zo regelde hij turf uit de Drentse veenkoloniën, dat eveneens door het Stadskanaal zou worden afgevoerd. Dat zorgde voor flinke toename in geïnde passage en sluisgelden. 

Op 75 jarige leeftijd stierf Jan Uniken ongehuwd. 

Portret van Jan Uniken. Geschilderd door; Berend Wierts Kunst of Wessel Lubbers.
Bron: Wikipedia.

4. DE DIENSTDOENDE WONING

Naast de begraafplaats staat een klein arbeiderswoninkje, ook een rijksmonument. Het staat niet in contrast met het rijksmonument wat iets verderop staat; de begraafplaats. 
Langzaam maar zeker neemt de natuur het gebouwtje over. De ramen zijn kapot en de kozijnen hangen los in de muren. Binnen in de woning lijkt wel een storm te hebben gewoekerd. Een gaskachel ligt midden in de kamer, net als een tafel en lampenkap. 
Tegen de woning zelf groeit klimop en andere struiken. 

Eens kende de woning andere tijden. Dit woninkje werd in 1890 gebouwd om toezicht te kunnen houden op de begraafplaats. Lange tijd werd het bewoond, maar nadat de laatste bewoner vertrok vanwege zijn hoge leeftijd, is het gebouw onbewoond geraakt. Er is geen gas of electra aanwezig in het pand en daardoor was het vinden van een nieuwe bewoner erg lastig. Sindsdien staat het leeg en heeft de natuur zijn kans gekregen om het helemaal te overmeesteren.

Een sprookjesachtige plek waar eens zoveel is gebeurd, zoveel is bedacht en besproken. De plek lijkt te zijn vergeten. Een groen eilandje, midden in de velden. Het heeft zoveel geschiedenis. 

  
  



Bronnen: Wikipedia, de verhalen van groningen, stichting dodenakkers. boeken. Op de hoogte blijven van de nieuwste blogs en meer? Volg mij dan op facebook het monument.