BOVENKNIJPE - Kluizenaar Iebeltje kont

1. DOCHTER VAN ATE KONT. 

tevreden met haar leven.
BRON: fotoleren
Vroeger was het gebruikelijk als de vader een bijnaam had, dat deze ongewild werd doorgegeven aan de zoon. Het was ongebruikelijk dat dit gebeurde bij een dochter, maar het overkwam Iebeltje. 

Als je vroeger aan het ouderencentrum vroeg wie Iebeltje Kont was kregen de bewoners een terugblik naar vroeger. 
'Iebeltje Kont?' gisten ze. 'Ze heette eigenlijk Iebeltje Kingma!' 
Kingma was haar naam, maar de mensen noemden haar: Iebeltje-met-de-katten of Iebeltje Kont. 

Smerig, onverzorgd en leefde een teruggetrokken bestaan. Sommige mensen waren bang voor haar en haar oude rammelende kinderwagen. Mensen vergeleken haar met een heks.
Iebeltje Kingma was zo zeggende een bijzondere verschijning. 


Iebeltje, voor de Burgerlijke Stand; IJbeltje genoemd, werd geboren in 1862 in Nieuweschoot. Ze was de dochter van Trijntje Hanzes Koopmans en Ate Yntes Kingma.
Maar die namen kenden mensen in omgeving niet. Nee, de Kingma's heetten gewoon; Kont.
Ate Kont, Trijntje Kont en natuurlijk Iebeltje Kont.

Waarom werd dit gezin Kont genoemd?

De antwoord op deze vraag werd algauw duidelijk. De vader kreeg vaak nieuwe lappen in zijn werkbroek en dat was opgevallen bij de mensen. 
'Nou, moatst ris sjen! Ate hat al wer in nije kont.' werd er geroepen. (Nou, moet je dat eens zien! Ate heeft alweer een nieuwe kont.)

2. EEN HOK MET EEN HOK EN DAARIN NOG EEN HOK. 

Langzaam vertrok de faamilie Kingma naar Kniepe, waar vader een iets wat geheimzinnigere bekendheid kreeg. Hij verbleef veel in zijn hok achter het huis, maar wat hij daar uitspookte was voor mens  en dier een raadsel.
'Is dat wel in orde?' vroegen mensen zich af. 'Wat doet hij daar toch?' 
Wie er naar informeerde werd er niet veel wijzer van. 
'In dat hok...' zei Ate geheimzinnig. 'Zit een hok, met nog een hok en daarin zit nog een hok. En het is ongelofelijk, maar ook daar zit nog een hok met een hok.' 

Over moeder zijn er minder herinneringen. Slechts een enkeling ziet haar als een oud mensje over de straat met een blauwe hoofddoek over haar hoofd en een paar ogen als karbonkels. 
Na het overlijden van vader in 1896 bleven moeder en Iebeltje achter. Moeder en Iebeltje leefden samen hun leven. Moeder wist echter niet dat Iebeltje in de toekomst een teruggetrokken bestaan zou krijgen.

3. DE DOOD VAN MOEDER. 

Iebeltje kreeg een baan als naaister en verdiende daarmee de kost. Ze liep er dagelijks keurig bij en thuis zorgde ze voor haar oude moedertje en deed ze het huishouden. Het huis stond er netjes bij.
Wat wel opvallend was bij Iebeltje waren haar katten. Ze had er niet één, maar vier en ze was er wijs mee. Ze vond bij haar dieren vriendschap en vertrouwen. 
Haar moeder was een oud fragiel mensje dat langzaam aftakelde en het noodlot sloeg opnieuw toe. 
Negen jaar na het overlijden van vader stierf haar oude moeder, waardoor zij alleen achterbleef. 
Iebeltje was hier 43 jaar en voor het eerst in haar leven stond ze er alleen voor. 
Haar katten waren de enige levende wezens in haar omgeving die zij kon vertroetelen en verzorgen. 
 
Het kwijtraken van haar geliefde ouders heeft ervoor gezorgd dat Iebeltje zich terugtrok in haar bestaan. Ze kon moeilijk met het verdriet omgaan, zo bleek later. 
Ze wilde niet langer herinnerd worden aan alle fijne herinneringen van haar ouders en ze besloot het huis te verlaten en een nieuw bestaan op te bouwen. 
Zo startte ze een winkeltje in Boven-knijpe waar ze van alles verkocht.

4. OUDE KINDERWAGEN. 

De Boven-Knijpsters vonden het merkwaardig dat Iebeltje wandelde met een oude rieten kinderwagen gevuld met haar geliefde katten.
'Kom er maar niet te dicht in de buurt...' werd er wel eens gefluisterd als Iebeltje voorbij kwam geschuiveld. Dit werd niet alleen gefluisterd in Boven-Knijpe, maar ook in Heereveen waar ze regelmatig kwam. 
Met haar kinderwagen liep ze kilometers en zo ook naar de boer. Ze ging met haar katten en wat spulletjes naar de beste man toe, in de hoop dat ze hem iets kon verkopen. Helaas bleef dat een mooie droom.

Iebeltje was een opvallende verschijning en dat maakte de mensen bang. Een slordig gekleed vrouwtje en een kinderwagen met een stel witte katten erin. Ze was een soort heksje dat zich door de straten van het dorp begaf. 
Haar katten waren haar alles. De dieren waren vernoemd naar de leden van het Koninklijk huis en er ging geen vorstelijke verjaardag aan de katten voorbij, want ze werden wel gestyled met een oranje strikje om de hals en zelf droeg Iebeltje ook een oranje blouse.
Want haar katten; Koningin Emma, koningin Wilhelmina, prinses Juliana of prins Hendrik verdienden volgens haar het beste.


Iebeltje met haar liefste bezit. Op de achtergrond zien we de kinderwagen. BRON geheugenvannederland
5. KWAJONGENS

Op een dag liep Iebeltje opnieuw met haar katten in de kinderwagen over straat en ze passeerde een groep kwajongens. Ze zagen het oude vrouwtje en haar poezen en verzonnen gauw een plan. 
Iebeltje werd middelpunt van een streek. 
Ze liepen naar Iebeltje toe en aaiden de dieren en vertroetelden ze. 
'Wat een lieve poesjes,' sprak één van de kwajongens en na een zoetsappig praatje gristen ze één van de poezen uit de wagen. 
Het was hoogstwaarschijnlijk prins Hendrik die bijna zwemles kreeg in de vaart. 
 'Laat hem met rust, laat hem gaan!' smeekte Iebeltje wanhopig. Ze heeft gejammerd, gehuild en was helemaal van streek die dag, want zoiets verschrikkelijks was haar nog nooit overkomen. 

De aanslag op haar katten wekte angst op bij Iebeltje, want als kinderen in haar winkeltje kwamen, sloot Iebeltje de deur met een zware ketting, zodat ze niets zomaar konden meenemen. 
De kinderen waren zo slim en wisten haar zo te versieren dat ze naar de achterkamer moest om haar poezen te controleren of iets op te halen.
Zo goedgelovig als Iebeltje was, deed ze dit dan ook, waardoor de kinderen hun slag konden slaan. 
'Vlug draai die pot open,' werd er gefluisterd en de ander draaide de pot jam open. Snel streken ze hun vingers erdoor en likten het af. Nooit heeft Iebeltje hier iets van meegekregen.

Iebeltje en haar rommel.
BRON geheugenvannederland.
6. ROMMEL

Ondanks dat Iebeltje ongeveer 6 jaar in haar nieuwe huisje woonde, heeft ze daar nooit opgeruimd. 
Zoals haar spullen op de eerste dag stonden, zo stonden ze er na 6 jaar nog, met een laagje stof. 
'Ik kom er gewoon niet aan toe,' zuchtte Iebeltje, wanneer een meelevende buurtbewoner iets van haar wilde weten, of haar wilde helpen.
ondanks het rommeltje in haar huis, bleef Iebeltje toch een goed functionerende vrouw. Ze leverde haar producten goed af en ging regelmatig op pad met kinderwagen en katten.









7. WONING KWIJTGERAAKT

Het is onzeker over hoe het is gegaan en niemand kan er duidelijkheid over geven, maar op een zekere dag moest Iebeltje haar woning verlaten. Misschien kwam het door het niet betalen van de rekeningen of kwam het toch door de rommel? Wie weet. Dat geheim heeft ze meegenomen in haar graf. 
Maar het oude vrouwtje bleef niet dakloos, want ze kreeg een woon-arkje waar ze verder kon leven. 
Ze kreeg hulp met verhuizen van de schippers en zij wisten echter niet wat ze van de nieuwe buurtbewoonster moesten vinden toen ze zagen dat de grootste lading uit lege dozen bleek te bestaan.
Deze dozen had Iebeltje jarenlang opgespaard.

Het woon-arkje zou tevens haar laatste woonplaats zijn, want het ging slecht met het oude vrouwtje. 
Overdag liep ze gehuld in lompen en ze at nog maar enkele keren per week. Ze vermagerde zienersoog, maar haar koninklijke hoogheden, de poezen, bleven rond, vet en zagen er gezond uit. 
Terwijl Iebeltje zichzelf verwaarloosde, hadden haar dieren het goed. 
De buurtbewoners probeerden nog op Iebeltje in te praten om hulp te zoeken, maar Iebeltje trok zich er niets van aan. 
'Zo gaathet niet goed. Je moet er wat aan doen,' zeiden ze bezorgd.
'Ik voel me opperbest, waar bemoei jij je mee?' snauwde Iebeltje.

8. NOODKREET.

Iebeltje leidde haar leven zoals zij gewild had en dit bleef niet onopgemerkt, want na 3 jaar wonen in haar krakkemikkige woonark kregen verslaggevers van 'Het Leven' geur van haar bestaan. Zelfs in Amsterdam kregen ze te horen van het bijzondere geval in Boven Knijpe.
'Een haast ongelooflijk en allermerkwaardigst geval van zelfverwaarlozing' noemden ze het later in hun blad.

'Dat toestanden als deze in onzen tijd nog mogelijk zijn - we vragen het ons zelf met verbazing af - mag inderdaad toch onbegrijpelijk heeten. 
Onbegrijpelijk, dat de gemeente Schoterland een twee en zestig- of drie en zestigjarige vrouw in de grootste vervuiling en zelfverwaarlozing laat leven. Volgens haar eigen wil! 
Want kleeren heeft ze genoeg: de woonschuit-op-het-droge, haar behuizing, die ze drie jaar geleden nieuw kreeg, is volgepropt met allerlei kleeren en rommel en ook er overheen liggen dozijnen doozen en kisten, alles vol met haar "eigendom". 
Vier witte katten, halfwild, zijn haar eenig gezelschap - eten doen ze alleen... uit een pot met rijst, die ze eens in de drie of vier weken gereedmaakt! 
Het is inderdaad ongelofelijk hoe zoo iets in onze dagen nog gebeuren kan.
Merkwaardigerwijs spreekt de vrouw - die echter niet gaarne vreemden ziet - meestal...op rijm: in haar eenzaamheid "rijmt" ze haar gedachten te saam. Haar inkomen bestaat uit de fl 3,-
der ouderdomsrente. Wij vragen: moeten dergelijke toestanden in dezen tijd bestendigd blijven?"

Ook na deze noodkreet in de krant veranderde er niets voor Iebeltje-met-de-katten. Of toch wel?

Er werd na een tijdje een klein hutje bij het arkje gebouwd, waar ze met schone lei kon beginnen.



Iebeltje en haar stulpje.
BRON: geheugenvannederland.
9. ZOALS ZE GELEEFD HEEFT, ZO IS ZE GEGAAN. 

Het kostte Iebeltje weinig moeite om haar nieuwe onderkomen vol te bouwen met allerlei spullen. 
Er was nauwelijks nog plek voor haar zelf. 
Mensen stonden verbaasd hoe Iebeltje de koude winter doorkwam. Ze bleef gezond en geen mens die er iets van begreep.
Na een strenge winter in 29' hadden de buurtbewoners gedacht dat ze Iebeltje niet meer terug zouden zien.
Toen het sneeuw begon te smelten, stonden de buurtbewoners versteld dat ze Iebeltje haar huisje uit zagen schuifelen.
Als vanouds liep ze in haar lompen en smerige uiterlijk, maar tot ieders opluchting leefde ze.
Maar haar einde was in zicht...

Het zou begin augustus zijn geweest, maar men zag haar niet meer rondscharrelen bij haar huis. Het bleef rustig om haar huis. Vreemd, maar niet opvallend genoeg.
Wat wel opviel waren de noodkreten van haar katten. Ze bleven miauwen, alsof er iets aan de hand was. 
Zou er iets zijn met Iebeltje?
Er werd nog even gewacht op het moment, dat moment dat Iebeltje in haar lompen naar buiten zou komen...maar naar een aantal dagen was er nog steeds niets vernomen. 
'Weet je wat? We gaan kijken!' riep een knijpster vastbesloten en trok samen met wat anderen de stoute schoenen aan om Iebeltje te controleren. 
Ze betraden haar erf en verwachtte dat Iebeltje geërgerd naar buiten kwam zetten om de heren terecht te zetten, maar dat gebeurde niet. 
'Iebeltje?' vroegen ze. 
Het bleef stil. 
Ze liepen naar de deur van het wrakke woninkje en klopten aan. Er werd niet open gedaan. 
'Wat is dit? Wat nu?' vroeg één radeloos. 
'We breken de deur open.' 
Zo gezegd, zo gedaan
Ze duwden de deur van het woninkje in en zagen het bij de eerste oogopslag..

Op de ijskoude grond lag Iebeltje.
Ze was overleden.

Zoals ze geleefd had, zo is ze gegaan. 
Eenzaam en alleen met haar vorstelijke katten, haar liefste bezit.

10. MET EEN KNIJPER

De mannen van de gemeente zijn dezelfde dag nog langsgekomen. Gewapend met een wasknijper op de neus betraden ze de woning. 
Ze hebben het huis doorzocht en troffen niet veel waarde aan. 
Overal lagen de producties van de katten en spullen van Iebeltje. 
Ze moesten het allemaal opruimen en dat wilden ze niet. Ze vonden een gemakkelijke oplossing en die kwam. 
Het was een makkelijke, maar ook de beste oplossing. 
Zonder twijfel staken ze de boel in de brand. 
 
Toen de buurtbewoners zagen wat er gebeurde drong er iets bij hen door. 
Hebben ze haar laten omkomen in haar vuil? 
Hadden zij haar moeten helpen? 
Hadden ze haar niet moeten beletten zo te leven als een beest?
'Ach,' verzuchtten ze. 'Iebeltje heeft het zo gewild. Ze leefde, zoals ze leven wou. Ze was een vrije vogel en misschien was ze nog gelukkiger als wij.'


BRON: Het oude krantsje
             Rare Snaken in Friesland
             FOTOLEREN
             geheugen van Nederland.
             allefriezen

'Tot op heden heb ik haar graf niet kunnen vinden.
Ik vrees dat het graf van een bijzondere mevrouw is geruimd.

Aan de hand van aktes heb ik haar geboorte en sterfdatum mogen vinden. 

IJbeltje Kingma. 

*09-03-1862†08-08-1929
Ze is 67 jaar geworden. 

Ook zonder graf is deze mevrouw speciaal. Ondanks dat haar graf (waarschijnlijk) verloren is gegaan, mocht haar verhaal blijven bestaan.'



Wil je op de hoogte blijven van de nieuwste blogs, foto's en meer? Volg mij dan op facebook: het monument






1 opmerking: