Een plek die slechts te voet of
met een boot bereikbaar is.
Een plek midden in de natuur
tussen de vogels en vissen.
Een plek met geen buren in je
nabije omgeving.
Die plek kwam voor in Nederland.
De ‘natuurmensen’ wonen ver weg
van de gemakken van de moderne tijd. Geen elektriciteit, gas of water. Je hebt
geen contacten met de buitenwereld door middel van telefoon, computer of een
toevallige buurtbewoner. Je bent aangewezen op jezelf.
Freerk Siekmans was zo’n ‘natuurmens’
en net als hem, zijn er zoveel meer die op deze manier hun leven hebben geleefd
of leven.
Freerk Siekmans BRON: Middelmedia |
1. Zoals het klokje thuis tikt.
Op zijn oude dag was Freerk Siekmans
een verassend vitale man.
Hij was absoluut niet mensenschuw
en een bezoekje aan huis kon hij waarderen. Hij vond het leuk als er bezoek kwam.
Op zijn tachtig jarige leeftijd leefde hij in hartenlust afgezonderd van
iedereen.
In de natuur verveelde hij zich
geen seconde en daar beleefde hij veel avonturen.
Een klein mannetje die levendig
zijn verhalen kon vertellen, zo wordt Freerk omschreven. Een persoon die
makkelijk vrienden kon maken en niet weet wat vijanden zijn.
Freerk woont op de Birdskop, het
uiterste puntje wat een tijdje terug nog een groot en gerekt eiland was. Sinds
het afdammen van het water leek het wel een schiereiland.
Als een koning leefde Freerk op
zijn eiland. De grond waarop Freerk zijn ‘ontroerend goed’ heeft staan bestond
uit; Een oude houten koeien en paardenstal, een oud kippenren en natuurlijk
zijn paleis, de woning. Ook stonden er nieuwere hokken.
Freerk Siekmans met zijn eenden BRON: De Grouster |
Als het stormt uit het oosten zwiepen
de woedende golven het krijtwitte schuim over alle hokken heen. Het zou hier en
daar vast wel wat schade hebben opgeleverd, maar ondanks het natuurlijk geweld,
oude Freerk waant zich veilig in zijn oude woonarkje, dat omringt is met de
vele hokken.
Niemand doet hem wat, zelfs de
natuur niet.
Zijn brood verdiende hij ook met
het vangen van vogels.
Het maakte voor hem niet uit wat voor
vogels hij moest vangen. Ganzen, eenden en zelfs kraaien.
‘Die zwartjakkers heb ik wel
gegeten,’ riep hij dan verheerlijkt. ‘Die heb ik liever in de pan, dan een kip.
Beetje boter en door sudderen! Héérlijk man!’
2 . Freerk Siekmans
In 1887 werd Freerk Siekmans geboren in Foxhol (GR.). Maar hij was nog geen
drie jaar toen hij met zijn ouders, zus en oudere broers naar Friesland kwam.
Eerst naar Eestrum, later naar Garijp.
Vader verdiende de kost met het
vangen van vogels.
Later tijdens de eerste wereld
oorlog bouwde het gezin een Woonarkje in de woestenij van Sittebuurster Ee. Het
ging langzaamaan de agrarische kant op. Er werd een stalletje gebouwd voor de
koeien en een paard. Ook kwam er een stier op het erf, die moest ervoor zorgen
dat er kalveren kwamen.
Op de Birdskop hoefde je niet bang
te zijn dat je je ging vervelen. Heel de dag door was er wel iets te doen, want
de vogels moesten worden gevangen en er moest worden gevist.
Op latere leeftijd hielp Freerk
zijn vader erg veel, want zijn zus en broers trokken er algauw tussen uit, ze
vonden de liefde en stapten in het huwelijksbootje.
Freerk had maar één liefde en dat
was de natuur. Er was niets mooiers in de wereld dan wat de natuur kon bieden.
Hij genoot van alle stilte en rust.
3. De katten van Freerk
Freerk woonde samen met zijn
ouders op de woonark, tot zij kwamen te overlijden. Freerk bleef achter op de
oude ark. Alleen, zover een natuurmens als Freerk alleen kon zijn.
Het vee waren na het overlijden
van vader de deur uitgegaan, maar de katten bleven.
Katten speelden een belangrijke
rol in het leven van Freerk.
Freerk woonde niet alleen in zijn
kleine woonarkje, want hij deelde zijn paleisje met de vele katten. Gezellig
aten ze met hem mee en daar voerde hij alle gesprekken mee. De katten waren
naast zijn huisgenoten ook zijn raadgevers.
‘De katten verstaan me,’ glunderde
Freerk als je met hem over zijn poezenbeesten begon. ‘En ik versta hen. Wij
kunnen met elkaar praten.’
Die dieren waren zijn alles, ze
lagen op één lijn.
‘Een kat kan je geen trucjes
leren?’ vroeg Freerk serieus. Na zijn idee waren zijn katten getraind en konden
ze een kleine show weggeven aan de toevallige bezoeker. Dat had hij ze zelf
geleerd.
Er zijn zelfs filmpjes daarover te
vinden.
Op zijn ‘landgoed’ liepen ook
ganzen en kippen. Daar sprak hij ook wel eens mee, maar die dieren begrepen hem
niet en ze zeiden daarom niets terug. Rare dieren, vond hij.
Freerk met één van zijn lievelingen. BRON:omropFryslan |
4. Veel bekijks
Zijn eenzame bestaan op zijn
landgoed trok in de loop der jaren veel bekijks bij heel wat kranten.
Wie bij hem op bezoek wilde komen,
moest met de boot het water overvaren of te been. Een moeizame wandeling door
de ongebaande velden stond hen dan te wachten. Zomers ging het nog wel, maar zodra
het herfst werd, was het niet te doen.
Wie het domein van Freerk had bereikt, hoefde zich niet plechtstatig voor te
stellen aan de koning der natuur, want Freerk hield niet van die deftigheid.
Doe maar gewoon, was zijn motto.
Mensenschuw was Freerk niet, hij
vond een bezoek aan zijn ark juist heel leuk.
De onbekende bezoeker kreeg gelijk
de vraag of hij een kopje koffie wilde en bij het tweede kopje werd er pas gevraagd
wie de gast was.
Spontaan als Freerk was vertelde
hij over de ganzen, eenden en de snoeken, die hij vroeger verschalkte. Het
gesprek was altijd een mooi mengelmoesje van Gronings en Fries. Stapeltjes
Nieuwsblad van het Noorden lagen verspreid door de ark.
Zelf kon Freerk niet lezen, hij
was nooit op school geweest.
Na de dood van zijn ouders had hij
tijd gevonden om te leren lezen. Door zelfstudie wist hij dan ook met moeite de
teksten te ontcijferen.
‘Ik heb het mezelf geleerd!’
vertelde hij het dan vol trots. ‘Ik vroeg gewoon aan de mensen wat daar in de
krant stond en zo heb ik het mezelf geleerd.’
Aan de waterkant stond een bordje
met de tekst: ‘Eiren te koop.’ Toen bleek dat het in strijd was met de
gemeentelijke vorderingen en dat het gewoon niet mocht. Nou, dat was voor oude Freerk
geen punt, hij had wel een oplossing daarvoor. Hij was zo slim om ‘Te koop’ weg
te halen, want alleen het woord: ‘Eiren’ mocht wel volgens de regels.
Freerk deed alles lopend, want een
auto had hij niet en ook geen fiets. Eens heeft hij op een fiets gereden en als
hij daarover vertelde, verscheen er die bekende lach op zijn gezicht.
‘En ik viel er geen eens van af!’
Eén herinnering stond de oude
Freerk nog op zijn netvliezen gedrukt. Het was een bijzondere gebeurtenis
volgens hem. Hij redde drie jonge knapen van de verdrinkingsdood.
‘Waarvan twee, die binne van de
dood’n opstoan!’ vertelde Freer. Zo slecht zouden die jongens eraan toe zijn
geweest.
5. Koning in Frankrijk
Na de laatste oorlog heeft Freerk
het vissen opgegeven. Hij vond zichzelf te oud en hield het niet langer vol.
Het duurde dan ook niet lang en hij besloot om ook te stoppen met het vangen
van vogels. Het was mooi geweest, hij vond dat hij wel toe was aan zijn
welverdiende rust.
Maar ondanks deze veranderingen in
zijn leven, bleef hij wonen op zijn bijzondere plek.
Hij leefde daar als koning in
Frankrijk en niemand zou daar verandering in kunnen brengen.
Alles wat hij nodig was, had hij
daar. Wat kon een mens nog meer wensen?
Als de haan begon te kraaien,
stond hij op. Zodra de kippen op stok gingen, ging hij ook. Dag in, dag uit.
Dat er onverwachte bezoekers zijn ‘landgoed’
opzochten was hij gewoon, dat gebeurde vaker. Hij hield er echter geen rekening
mee dat de man met de zeis ook eens langs zou komen.
In 1970 gebeurde dat en Freerk
blies zijn laatste adem uit. De koning der natuur liet zijn leven los in de
natuur, zijn grootste liefde.
Freerk Siekmans stierf op 83
jarige leeftijd.
geb: 19 maart 1887
Overl: 13 februari 1971
Hij leefde lang in eenzaamheid
Als vrije vogelaar.
Had Menigeen tot vriend
en was geen kluizenaar.
Het graf van Freerk Siekmans te Grou. |
Op de hoogte blijven van de nieuwste blogs en meer? Volg mij dan op facebook het monument.
BRONNEN: Delpher
Online-begraafplaatsen
Vreemde Figuren in Friesland
De krant van toen
De Grouster
Geen opmerkingen:
Een reactie posten