Zijn overlijden liet een stilte achter in de straten van Leeuwarden. Bonne van der Zee, slechts 59 jaar oud, verdween plotseling uit het dagelijks leven.
Iedereen kende hem, al was het maar van gezicht. Overal klonken verhalen toen het nieuws zich verspreidde...kleine anekdotes, herinneringen, ontmoetingen. Want Bonne was meer dan zomaar een voorbijganger; hij was één van de laatste markante straattypes van de stad.
Bij Bonne ging het altijd nét even anders. In zijn leven, maar ook na zijn dood.
Bonne van der zee in de straten van Leeuwarden BRON: Kleinekrantsje |
1. Een gewone jongen
Hij was bijzonder te noemen. Diep van binnen een gevoelig mens, altijd met zijn gedachten bij degenen die het moeilijk hadden. We hebben het over Bonne van der Zee...een excentrieke ziel die in Leeuwarden bekendstond om zijn scherpe uitspraken, maar net zo goed om zijn zorg voor de medemens.
Bonne kon fel uit de hoek komen, soms zelfs bot. Toch wist iedereen: kwaad had hij niet in de zin. Men accepteerde hem zoals hij was, al vanaf zijn kinderjaren.
Als tienjarige jongen vond hij onderdak bij de praktische hulp van het toenmalige Dagalileën, maar later keerde hij terug naar zijn ouders. Zijn vader was scharenslijper en Bonne hielp hem trouw. Terwijl vader het apparaat bediende, haalde Bonne messen en scharen op bij de huizen.
Tijdens de oorlog trok hij zelf de wijken in. Met een koffer vol klein handelswaar ging hij langs de deuren. Wanneer men niets kocht, kon hij boos uithalen. Maar vaak juist dán gunde men hem alsnog een verkoop. Zijn woorden waren soms scherp, maar nooit kwaad bedoeld. Zo vertelde men over een vrouw die telkens zijn veters kocht. Toen ze er op een dag genoeg van had en weigerde, zei Bonne: ‘Nou mens, wat kan mij dat schelen? Van mij part knoop je je er aan op!’ De toon was gezet en de veters verkocht, want zo was Bonne.
Bonne. BRON: Kleinekrantsje
Na de oorlog verliet hij het ouderlijk huis en daarmee ook zijn handelswaar. Hij verhuisde van tehuis naar tehuis, totdat hij in 1957 zijn plek vond bij de Terp aan de Goudenregenstraat. Daar zou hij blijven, zijn laatste thuis.
In de Terp was Bonne een kleurrijke verschijning. Hij haalde papier op met medebewoners, nam vanzelfsprekend de leiding en men liet hem gaan. Iedereen kende zijn ochtendhumeur, dat vaak afhing van het weer. Maar men nam het voor lief. Want achter die grillen zat een hart dat groot genoeg was voor iedereen.
Dat bleek toen de adjunct-directrice van de Terp werd geopereerd. Bonne liet zich niet tegenhouden... hij móést naar haar toe. Vastberaden liep hij het ziekenhuis binnen, dwars door het personeel heen. En zo ontwaakte de directrice, nog onder narcose, met Bonne aan haar bed. Hij overspoelde haar met vragen en bezorgdheid. Want, zo vond Bonne, niemand mocht alleen zijn in tijden van tegenslag.
2. Niemand zag het aankomen
Die avond was hij nog vrolijk. Hij had door de stad gelopen, bekenden gesproken en grappen gemaakt in de huiskamer. Hij plaagde zijn medebewoners, zoals altijd. ‘Bonne, hou nou op!’ riepen ze lachend. Maar Bonne ging onverstoorbaar verder.
Later trok hij zich terug in zijn kamer, die hij deelde met Bram en Mulderke. Deze mannen waren hem toevertrouwd; op zijn manier zorgde hij voor hen. Wanneer Bonne naar bed ging, gingen zij ook. ‘Schoenen uit, we gaan naar bed,’ klonk het dan.
Die nacht zei hij nog: ‘Welterusten. Morgen een nieuwe dag.’ Het werd stil.
Maar de volgende ochtend liep alles anders. Bram en Mulderke stonden op, Bonne bleef liggen. Eerst dachten ze dat hij moe was van de drukke dag. Maar toen ook bij het ontbijt zijn plek leeg bleef, begon men zich zorgen te maken.
Een begeleider ging kijken. Hij vond Bonne in bed, stil en koud. In de nacht was hij overleden – getroffen door een hartaanval. Slechts 59 jaar oud.
3. Een simpele ziel is heengegaan
Het nieuws sloeg in als een bom. De bewoners van de Terp verloren hun lieveling, hun maat, hun dagelijkse bron van vrolijkheid.
Maar zelfs in de dood zorgde Bonne voor iets bijzonders. Zijn medebewoners wilden hem eren. Samen verzonnen ze een plan en stuurden een overlijdensadvertentie naar de krant:
‘Plotseling ging van ons heen onze beste vriend, Bonne van der Zee. Zijn opgewekte karakter zal altijd bij ons in herinnering blijven. Gezamenlijke bewoners de Terp.’
Het nieuws ging rond als een lopend vuurtje. ‘Heb je het gehoord? Bonne is dood!’ klonk het in de straten en winkels. Niemand kon het geloven. Want Bonne hoorde bij Leeuwarden. Hij was een van de laatste markante straattypes...anders, maar oprecht.
Overlijdensadvertentie van de bewoners. BRON: Delpher
4. Zijn lege plek
De dagen na zijn overlijden stond de telefoon bij de Terp roodgloeiend. ‘Is het waar? Bonne dood? Dat kan toch niet?’ De buurtbewoners wilden het niet aannemen. Overal viel zijn naam.
35 jaar lang had Bonne in de Terp gewoond. Hij hoorde er thuis. Hij zorgde voor gezelligheid, voor humor, voor kleine zorgen en grote gebaren. En nu was het stil. Zijn lege plek viel iedereen zwaar.
‘Ik word nog telkens beroerd als ik zijn lege plek zie…’ fluisterde een bewoner.
5. Bonne van der Zee
Het leven gaat door. Vaak te snel, vaak zonder ruimte om verlies te verwerken. Maar Bonne doorbrak dat patroon. Zijn dood maakte iets los in de stad. Niet vanwege een titel, beroep of status, maar vanwege wie hij was.
Iedereen had wel een herinnering aan Bonne. En niemand raakte uitgepraat over hem.
Bonne stierf op 59-jarige leeftijd. Een gewone jongen, met een buitengewoon hart, die de mensen om hem heen liet zien dat zorg, humor en medemenselijkheid geen leeftijd kennen. Een gewone jongen. Een bijzondere man.
Hij werd gecremeerd en bijgezet in Zuidlaren, bij zijn moeder. Daar vond hij zijn laatste rustplaats.
Het graf van Bonne dat ik heb bezocht. |
Wil je op de hoogte blijven van de nieuwste blogs? Volg mij dan op: Het monument
Bronnen: Delpher
Geen opmerkingen:
Een reactie posten