Een nieuw leven beginnen met degene die je gelukkig maakt klinkt erg mooi in de oren. Tjakko wilde samen met Jenny, waar hij verliefd op was, het land te verlaten en een nieuwe start te maken in Belgie. Helaas ging niet alles volgens plan en brak het Tjakko’s hart, waardoor hij zichzelf verloor. De liefde voor de vrouw maakte veel in hem los.
Ooit werkte Tjakko als
kappersbediende in Dordrecht. Het was duidelijk dat hij goed kon zingen, daar
was iedereen het wel over eens. Hij kreeg zangles bij Hendrik Giltray en later
studeerde hij klassieke zang bij Cornélie van Zanten in den Haag. Ook sloeg hij
de Royal Academy for Music in Londen niet over. In de tijd van zijn studie trad
Tjakko samen op met Jo Vincent. Toen hij lid werd van de operettegezelschap raakte
hij verliefd op de Britse Leslie Cockshott, met wie hij zich later verloofde.
Liefde hing in de lucht en zijn toekomst leek rooskleurig.
Er was zelfs een datum
vastgesteld waarop het huwelijk tussen hem en zijn geliefde plaats zou vinden:
11 oktober 1927 in den Haag.
De ouders van Leslie wilden echter dat Tjakko haar financieel kon onderhouden
en zij zagen het niet gebeuren dat het ging gebeuren met het zingen van Tjakko.
Na wat discussies, ging hij opzoek naar een andere baan. Het geluk lachte hem
toe, want er kwam een plaats vrij bij het cabaret van Jean-louis Pisuisse.
2.LIEFDE EN WANHOOP
‘Ik word te oud voor de liederen die ik zing met mijn vrouw,’ vertelde Jean-louis. Hij zong romantische liederen met zijn veel jongere vrouw Jenny Gilliams. Hij vond het niet meer passen bij zijn leeftijd en Tjakko was de geschikte kandidaat om dat wel te kunnen. Tjakko zocht werk en dit werd hem aangeboden. Hij nam het aan en debuteerde in aanwezigheid van zijn familie op 1 augustus 1927.
Er hing liefde in de lucht,
maar niet voor de vrouw wie hij ooit ten huwelijk vroeg.
Door de vele optredens
met Jennie kreeg Tjakko gevoelens voor haar en andersom. De verliefdheid werd
een verhouding en deze was moeilijk geheim te houden.
Er ontstonden spanningen en die liepen bij de drie partijen hoog op. Zo hoog dat Jean-Louis het besluit nam om Tjakko te ontslaan.
Het ontslag hield Tjakko
niet tegen. Hij wilde Jenny blijven zien en hij was ervan overtuigd dat het ook
andersom was. Tjakko verbrak de verloving met Leslie, omdat hij graag met Jenny
naar België wilde verhuizen om daar een nieuw leven te beginnen.
De familie van Tjakko vond dit onbezonnen werk. ‘Ben je helemaal geworden? Weet
je wel wat je op spel zet?’ Tjakko liet zich niet tegenhouden en verbrak alle
banden. Hij koos voor zichzelf en voor Jenny.
Intussen was Tjakko
Leslie kwijt, zijn familie, maar hij was een gelukkig man. Het zou niet lang
duren en hij kon opnieuw beginnen met de vrouw van zijn dromen. Het kwam dan
ook hard binnen, toen Jenny het zelf ook niet meer zag zitten en koos voor haar
man; Jean-Louis. Een nieuw begin, daar was ze niet klaar voor. De gevoelens die
ze voor Tjakko had, dat was niet te evenaren met de gevoelens voor haar man.
Als gebroken man ging
Tjakko alleen verder. Hij was ontdaan door de afwijzing, hij probeerde het te
begrijpen. Wat had hij verkeerd gedaan? Het ging toch zo goed? Ze hadden het zo
gezellig? Het lukte hem niet om dit te verwerken.
Hij wilde bij zijn Jenny
zijn, hij wilde haar niet loslaten. Hij gaf heel zijn hart aan Jenny, precies zoals Jean-louis ook zou doen.
Hij wilde in haar buurt blijven, daarom besloot hij om het Jean-Louis’ gezelschap te achtervolgen. Het maakte niet uit waar het optreden plaats vond, Tjakko was er te vinden…
Talloze brieven schreef
Tjakko aan Jenny, maar ze bleven onbeantwoord.
Hij bleef vechten voor
zijn liefde, tot de fatale avond aanbrak waarop alle drie hun leven hebben
moeten laten…
3.DE MOORD
Diezelfde avond, nog voor de daad was Tjakko nog te vinden bij de kaart-club. Er word gelachen en gedronken. 'Als ik nu niet win, schiet ik door m'n kop!' riep Tjakko, die voor de zoveelste keer verloor. Er werd een lolletje gemaakt om zijn opmerking. 'Wil je mijn revolver soms lenen?' klonk het. Tjakko schudde zijn hoofd. Zo ver ging hij niet. En daarbij; hij hoefde geen revolver te lenen. Hij droeg zelf een monsterlijk wapen met zich mee, die hij niet toonde. Een parabellum, groot kaliber waarmee je met gemak je slachtoffer kon doorboren. Hij hield het wapen geheim en niemand had iets in de gaten wat er in zijn hoofd afspeelde.
Ook niet bij zijn afscheid. 'Nou! Geef me maar 'n hand, want ik zie je niet zo gauw terug...'
Gelach klonk. 'Ach, ik zie je vanavond nog in Amsterdam, maak je druk.'
Tjakko schudde zijn hoofd. 'Geef me nou maar de vijf!'
Nou vooruit dan, hij kreeg de vijf. 'Waar ga je eigenlijk naartoe?' wilden zijn kameraden weten. 'Toch niet naar Jean-Louis? Laat die man met rust.'
'Naar huis en ik zal die man met rust laten, beloofd.' klonk het. Het was alsof hij nadruk legde op de woorden die man. Die man lokte hem ook niet. Het was ZIJ die gespeeld had met zijn gevoelens. Zo begon Tjakko aan zijn laatste reis...naar huis....
Onderweg naar het Rembrandtplein droeg Tjakko het geweer dicht tegen zich aan. Niemand mocht het zien, niemand had het door. het was gevuld met patronen. En hij had er grootse plannen mee. Hij wist dat Jean-Louis daar was met zijn vrouw. Ze hadden in die middag nog een voorstelling gegeven en dineerden na afloop in het Schillerhotel in afwachting van hun avondvoorstelling.
Tjakko gaf de kelner
opdracht om een briefje naar het stel te brengen.
Zullen we even praten? Had Tjakko geschreven.
Jean-Louis had daar geen
behoefte aan, hij was uitgepraat met Tjakko en weigerde om het gesprek aan te
gaan. Tjakko kreeg een briefje van de kelner terug waarin stond: Geen
antwoord.
Dat zou genoeg moeten zijn om van Tjakko af te komen, vond Jean-Louis. Hij wilde zich in alle rust kunnen voorbereiden zonder Tjakko erbij.
Het was ongeveer 8 uur toen het koppel het hotel verliet. Ze staken het Rembrandtplein over om naar theater Mille Colones te gaan. Er was een druk avondprogramma en ze moesten nog van alles doen. Nietsvermoedend staken ze over en hadden niet in de gaten dat Tjakko hen had opgewacht.
Tjakko stond vlakbij het
standbeeld van Rembrandt en richtte zijn geweer op zijn Jenny. Op het moment
dat hij een kogel op haar losliet, zag Jean-Louis wat er gebeurde en gooide zich
voor haar en werd in zijn zij geraakt. De kogel raasde zich door zijn lichaam
en trof Jenny in haar linkerarm. Jean-Louis viel neer en was machteloos,
waardoor Tjakko nog twee dodelijke schoten op hem afvuurde. Het trof hem in zijn
buik en in het hart. Een ijzige gil klonk over het Rembrandtplein, maar dat
weerhield Tjakko niet om Jenny in de borst te schieten. Als hij jenny niet kon
krijgen, dan kreeg niemand haar.
Er zat nog één kogel in
het geweer, die had hij bewaard voor zichzelf.
De kogel trof hem in de borst. Hij zakte door zijn knieën...
Het hele drama speelde zich nog geen tien seconde af...
krantenstuk. BRON: Statenkwartier |
4.LIEFDESBRIEVEN
Omstanders droegen de lichamen onmiddellijk naar het posthuis op de hoek van het plein en de Halvemaansteeg. Hier bleken Jean-Louis en zijn vrouw vrij goed aan toe te zijn. Tjakko daarentegen was stervende, terwijl hij naar binnen werd gedragen.
Jean-Louis was nog goed bij kennis, toen hij binnenkwam. 'Ik heb zo'n pijn in mijn rug...' klaagde hij. Hij kon nog aan enig inspecteurs verklaren dat Tjakko de dader van dit alles was. En het werd bevestigd door Jenny.
'Hoe is het met mijn vrouw?' wilde Jean-Louis weten en werd na het vragen van deze vraag overvallen door een hevige benauwdheid. De medici hadden inmiddels drie kogels verwijderd uit zijn lichaam, tevergeefs. Om kwart voor negen blies hij zijn laatste adem uit.
Jenny werd naar het Binnen gasthuis overgebracht, want daar was een dokter die haar leven waarschijnlijk kon redden. Ze zou daar geopereerd worden, maar dat mocht niet baten. Ze stierf aan haar verwondingen rond half tien in de avond.
De lijken van de beide mannen zijn eveneens naar het Binnen gasthuis vervoerd, waar zij door de politie in beslag genomen zijn. Men vond in de kleding van Tjakko nog zes ongeopende brieven. Deze brieven waren bedoeld voor Jenny.
Tjakkos uitvaart vond plaats op 30 november 1927. Er was veel belangstelling voor zijn uitvaart. Vele mensen waren naar buiten gekomen om een glimp van deze plechtigheid op te vangen. Men was nieuwsgierig, want deze gebeurtenis was spraakmakend. Tjakko werd ten rustte gelegd op de Nieuwe Oosterbegraafplaats in Amsterdam.
Het jaar daarop werd hij
herbegraven op de begraafplaats aan de H.J Kniggestraat in Stadskanaal. Dit was
de keuze van zijn moeder, zij wilde zo af en toe nog eens langs zijn graf
kunnen. In maart 1953 kwam zijn moeder zelf te overlijden en ze werd naast hem
begraven, dat was haar wens.
Het graf van Tjakko Kuiper aan de kniggestraat Stadskanaal. |
Op de hoogte blijven van de nieuwste blogs, foto's en meer? Volg mij dan op Facebook: Het monument
Geen opmerkingen:
Een reactie posten