1. DENNENOORD VERZORGING VAN KRANKZINNIGEN EN ZENUWLIJDERS
Het was 1895
en het eerste gesticht van de Vereniging tot christelijke verzorging van
Krankzinnigen en Zenuwlijders in Nederland opende haar deuren.
De vereniging
had een stuk dennenbos gekocht in het Groningse Zuidlaren.
Door het
openen van dit centrum was het de doorbraak in de psychiatrische zorg.
Voordat dit
centrum werd geopend werden psychiatrische patiënten vaak opgesloten in
stadsgestichten waar men de zorg niet kon krijgen die ze nodig waren.
In
Dennenoord werden de patiënten verpleegd en kregen ze de zorg die ze moesten
krijgen. Het gebeurde vaak onder dwang.
Eind
negentiende eeuw besefte men dat deze mensen niet gek waren, maar ziek. Ze moesten
verpleegd worden en rust krijgen. Dat kon goed in het bos, want daar waren ze
afgesloten van iedereen.
De inrichting droeg de naam Dennenoord, wat niet zo gek was. Het was een zelfvoorzienende kleine gemeenschap. Het was in die tijd net een klein dorpje.
De inrichting droeg de naam Dennenoord, wat niet zo gek was. Het was een zelfvoorzienende kleine gemeenschap. Het was in die tijd net een klein dorpje.
Men had daar
een eigen slager, theater, bibliotheek, kerk en noem maar op. Zo hoefden ze
niet naar de buitenwereld waar ze niet in pasten. Zo kon men rustig zijn boodschappen doen en was draaien, zonder het terrein te verlaten. Uiteraard was dit bijzonder dorpje omheind met hoge hekken en was er een toegangshek.
De patiënten van Dennenoord konden aan het werk in werkplaatsen of in de tuin, want volgens de doktoren was dat goed voor ze.
Ze woonden in een samengesteld 'gezin' met een huismoeder en vader, die ervoor zorgden dat alles goed ging.
De patiënten mochten niet van het terrein af, omdat dat gevaarlijk was. Ze waren een gevaar voor zichzelf en voor anderen. Ze moesten in de gaten gehouden worden en om elke gebouw stonden hekken van 2 meter hoog.
De patiënten kregen ook speciale kleding, want mocht er iemand ontsnappen, dan wist iedereen waar de persoon hoorde.
Naast alle voorzieningen en gebouwen voor zichzelf, kregen ze ook een eigen kerkhof. Deze lag verscholen in de bossen.
De patiënten van Dennenoord konden aan het werk in werkplaatsen of in de tuin, want volgens de doktoren was dat goed voor ze.
Ze woonden in een samengesteld 'gezin' met een huismoeder en vader, die ervoor zorgden dat alles goed ging.
De patiënten mochten niet van het terrein af, omdat dat gevaarlijk was. Ze waren een gevaar voor zichzelf en voor anderen. Ze moesten in de gaten gehouden worden en om elke gebouw stonden hekken van 2 meter hoog.
De patiënten kregen ook speciale kleding, want mocht er iemand ontsnappen, dan wist iedereen waar de persoon hoorde.
Naast alle voorzieningen en gebouwen voor zichzelf, kregen ze ook een eigen kerkhof. Deze lag verscholen in de bossen.
Het kerkhof op de Dennenoord werd ook in 1895 in gebruik genomen. De begraafplaats sloot zijn deuren in 1955, maar er werd nog een enkele uitzondering gemaakt voor personeel.
In 1961 werd
de laatste overledene begraven.
De oude gebouwen van Dennenoord werden geleidelijk verlaten in 1975.
Het Noordersanatorium kwam in 1988 in handen van Pharma Bio-Research, nu PRA Health Scienes.
Naast de vele gestichten die uiteindelijk in Nederland waren, heeft Dennenoord ook een aantal zwarte bladzijden in de geschiedenis.
De
oorlogstijd van 1940/1945 was een moeilijke periode.
Op de nacht
van 27 en 28 maart 1945 werd Dennenoord ontruimd. Er was iets gaande.
Die nacht
moesten er maar liefst 528 patiënten en een aantal verplegers naar Vries om per
trein naar Franeker te gaan. De bezetter vorderde de gebouwen van de
inrichtingen in en het werd een oorlogshospitaal
voor gewonde soldaten. De krankzinnigen voldeden toch niet meer in de
maatschappij, waardoor zij plaats moesten maken voor de soldaten.
In de nacht van 27 op 28 maart 1945 vertrekt een trein met goederenwagons van het station in Vries: 528 patiënten van Dennenoord in Zuidlaren worden vlak voor de bevrijding naar Franeker verplaatst. Ze moeten van de Duitsers vertrekken omdat de gebouwen dienst moeten doen als oorlogshospitaal. De reis naar Franeker wordt een helletocht.
De stoet beweegt zich voort naar station Vries. Bron: Geocatching |
De patiënten
moesten veertig minuten lopen naar het station in Vries. Het lopen ging voor
velen niet en de boeren in de buurt worden opgeroepen om met paard en wagen te komen
helpen. Auto's waren er niet, anders was het vervoeren van de patiënten
eenvoudiger.
De patiënten
die ingenaaid zijn, worden op de karren gelegd. De meeste patiënten kunnen zelf
lopen en sommigen zitten op de boerenwagens.
Het is een lange
stoet van lopende en sloffende mensen. Hier en daar paard en wagen gevuld met
mensen. Ze bewegen zich voort van het gesticht naar het station in Vries.
De oude
mensen zitten bevend van de kou, ouderdom of ziekte, verschrikt op de
karren.
Het is een
treurig lint van verstotene die zich door het landschap beweegt.
Station Vries. Bron: Geocatching |
Tijdens de
treinreis ging het niet veel beter. De patiënten staan dicht op elkaar gepakt.
Het was benauwd, muf en zeker ongezond.
Na een lange
reis met de trein komen de hulpbehoevenden en hun verpleging aan in het
overvolle Franeker. De patiënten in verschillende gebouwen ondergebracht.
Franeker was in die tijd een toevluchtsoord voor evacuaties uit alle delen van
het land.
De ongezonde
leefomstandigheden in Franeker waren een zorgpunt. De mensen sliepen daar op
stro en het eten was ook niet alles.
Tijdens deze
vier maanden was de gezondheid van de patiënten zorgelijk. De zwakken werden
zwakker en de zieken werden zieker.
Uiteindelijk
stierven 56 patiënten door de ongezonde leefomstandigheden door deze
evacuatie.
Ongezonde leefomstandigheden. Bron: Geocatching |
26 Juli 1945
keerden de overgebleven patiënten en verplegers terug naar Dennenoord.
in 2013 werd
er een standbeeld onthuld ter herinnering aan deze helletocht.
Op de hoogte blijven? Volg mij dan op Facebook: Het monument. Klik hierop om naar de pagina te gaan.
Bronnen:
Geocatching
Dennenoord
RTV Drenthe
Geen opmerkingen:
Een reactie posten