OOSTERWOLDE - De kluizenaar van Appelscha


Zijn paard was het enige wezen waarmee Jan Pieter Sikkema werkelijk sprak. Geen behoefte aan buren, geen drang naar gezelschap, geen plaats voor oppervlakkige praatjes. Hij koos voor stilte, voor de natuur.

1. De man in de Volkswagen

Na hoogoplopende ruzies met zijn zus verliet Jan Pieter voorgoed het ouderlijk huis. Er was geen geld voor een dak boven zijn hoofd, maar wél voor een oude bestelwagen. Een wrak misschien, maar groot genoeg om als schuilplaats te dienen. Hij zette de wagen langs de weg en aanvaardde zo zijn nieuwe leven. Niemand had last van hem, niemand kon hem iets afdwingen.

Maar zo eenvoudig lag het niet voor de buitenwereld. De politie vond het maar merkwaardig, een man die vrijwillig in een roestige Volkswagen woonde. Agent Zijlstra bezocht hem geregeld. Gesprekken voeren was onmogelijk; Sikkema hield de deur letterlijk en figuurlijk gesloten. “Laat hem daar maar zitten,” klonk het besluit. Toch bleven de bezoeken komen.

Kluizenaar leeft in bittere armoede. BRON: Dagblad van het Noorden

2. Pogingen tot hulp

Ook de sociale dienst kon hem niet loslaten. Ze probeerden gesprekken, boden hulp aan, maar steeds weer klonk hetzelfde:
“Ik heb geen hulp nodig. Ik red me best.”

Artsen kwamen kijken of de auto geen broeinest van ziekten werd, maar vonden niets verontrustends. En toch bleef de onrust bestaan. De zomer van 1977 gleed voorbij, de winter naderde. Men wist: in zo’n auto zou hij de kou niet overleven.

Een caravan werd voor hem gekocht, een klein huisje op wielen dat hij zelf mocht neerzetten waar hij wilde. Maar Jan Pieter weigerde. Zijn plek was zijn plek. De politie vond het genoeg. “We hebben hem de zomer laten zitten, maar nu moet er worden opgetreden.” En zo werd de Volkswagenbewoner met zachte dwang zijn rijdende onderkomen ontnomen.

3. Een hut in de natuur

Sikkema week uit naar de wildernis. Ver weg van de bewoonde wereld bouwde hij, met eigen handen, een hut van plaggen, boomstammen en golfplaten. Binnen vier dagen stond er een klein verblijf, nauwelijks vier bij vier meter groot.

Het interieur was eenvoudig: een oude autostoel diende als zetel, een kacheltje knorde op gesprokkeld hout. Regen sloeg tegen de ramen die klem zaten tussen hout en klei. Bedompt was het binnen, maar warm genoeg om te overleven. Naast de woonruimte had Sikkema een stal. Daar stond zijn paard; Jans. Het dier vond het wel best en stond loom te kauwen op hooi, Jans, de enige vriend die Sikkema trouw bleef.

Maar ook hier vond de buitenwereld hem. De stichting die eigenaar was van de grond wist dat er ooit een recreatieproject zou verrijzen. Ze lieten hem voorlopig met rust: “Hij zit ons tenslotte niet in de weg.”


Sikkema bij zijn hut in Appelscha. BRON: Telegraaf

4. Verlangen naar rust

 De rust die Sikkema dacht te vinden in zijn nieuwe woning is daarna nog vele malen erger verstoord. Niet alleen de hulpverleners, maar ook toeristen uit verschillende gebieden kwamen een bezoek brengen aan de man. 
Hij werd, tegen wil en dank, een attractie.
 Het woeste grond van het gebied werd betreden, hopend op een glimp van de man. 
Bewapend met fototoestellen trokken de toeristen door het dichtbegroeide gebied, opzoek naar het bijzondere huisje. Men was nieuwsgierig hoe de eenzame kluizenaar in de natuur leefde. 

Een bijstandsuitkering wilde Sikkema niet en heeft deze nooit ontvangen.  Zijn vrijheid was hem meer waard dan welk loket ook.  
'Ik red me best zo,' zei hij. 'Zelf heb ik een klein kapitaaltje waarvan ik goed kan rondkomen. Ik eet brood, pap en zelf verbouwde bonen. Wanneer het geld op is, zien we het wel weer. soms als ik weg ben, komen hier mensen. Ze nemen het oude eten dat er staat mee. Ze zetten er wat anders voor in de plaats. Koeken, maar ook wel een pannetje snert. Ze bedoelen het goed, maar ik wens geen pottenkijkers in mijn huis.' 


5. Aan alles komt een eind

Zeventien jaar woonde Jan Pieter Sikkema in zijn hut. Brieven kwamen via campingbaas Ausma, die ze trouw bij hem bracht. “Een gewone man, er is niets mis met hem,” zei Ausma. En zo was het ook: een gewone man met een ongewone keuze.

Maar de natuur en de stilte konden niet op tegen zijn gezondheid. Toen die hem in de steek liet, moest hij naar een verzorgingstehuis in Haulerwijk. Daar blies hij, nauwelijks een week later, zijn laatste adem uit.

Jan Pieter Sikkema vond zijn laatste rustplaats in Oosterwolde. Een gewone man, met een ongewoon pad. Iemand die leerde dat vrijheid soms bestaat in het kiezen van je eigen gezelschap, zelfs als dat slechts één trouwe vriend is.

En zo blijft zijn verhaal achter in de bomen, het gras en de wind van het natuurgebied, waar hij ooit zijn wereld had gebouwd. De plek waar een man zeventien jaar lang koos voor een leven op zijn eigen voorwaarden.








  👉Op de hoogte blijven van de nieuwste blogs en meer? Volg mij dan op facebook het monument.
🔐BRONNEN: Delpher
                     Online-begraafplaatsen

Geen opmerkingen:

Een reactie posten